Tussen wasmanden, workouts & gedachten

 

Soms denk ik dat ik het allemaal best aardig doe.

Drie kinderen, een partner, een bedrijf, een huis, een sociaal leven (nou ja, poging tot), en een redelijk functionerend lijf.

Tot ik struikel over een sporttas, m’n koffie koud is en ik ontdek dat de wasmand inmiddels een eigen klimaat heeft ontwikkeld.

Ik zweer het: ik heb last van obesi-was.

Dat is als de wasmand zó vol is dat je hem bijna inschrijft bij de gym, want hij tilt zichzelf niet meer en heeft structureel last van extreem overgewicht.

Maar hé, ik draai m’n rondjes — letterlijk en figuurlijk — tussen trainingen geven, coaching, schema’s schrijven, taxi spelen voor de meiden, huishouden en ondertussen doen alsof ik het allemaal onder controle heb.

Spoiler: Nou, ik heb het vast al vaker gezegd, dat heb ik niet, haha.

 

Er is altijd wel iets wat valt.

Een planning, een afspraak, m’n energie… of gewoon m’n humeur omdat ik m’n sleutels weer eens kwijt ben (soms gewoon in m’n hand, te erg)!

Toch blijf ik proberen om alle ballen hoog te houden — en meestal lukt dat best aardig, totdat er weer eentje, of twee, BAM..! op de grond knalt.

Maar weet je wat ik dan denk?

Gelukkig train ik, want dat optillen van die gevallen ballen — dat telt als krachttraining, toch?

 

En dan dat eeuwige ding met m’n lijf.

Ja, ik train veel en graag!

En ja, ik wil er goed uitzien. Een voorbeeld zijn.

Fit, sterk, vitaal, strak, alles op z’n plek weet je wel.

Maar eerlijk?

Er blijven altijd van die stukjes lijf waar ik liever niet op ingezoomd word.

Nou. En!

Ik ben er klaar mee om daar moeilijk over te doen.

Mijn lijf doet zóveel voor me — het tilt, rent, lacht, knuffelt, draagt, leeft.

Dat is waar ik trots op ben.

Niet op de spiegel, maar op wat het allemaal kan.

Dat is pas kracht. En dat wil ik laten zien.

 

Toch is het soms een strijd in m’n hoofd.

Want dat hoofd van mij — dat draait door.

Over wat beter kan, strakker moet, anders mag.

Alsof er een klein stemmetje zit dat zegt:

“Kom op, nóg een stapje meer.”

En dan komt er gelukkig ook een ander stemmetje dat zegt:

“Meid, doe ff normaal. Neem een kop koffie. Je bent mens, geen machine.”

En precies dát helpt.

Humor. Zelfrelativering. Beweging.

Dat zijn mijn drie overlevingsstrategieën.

Want eerlijk: klagen lucht even op, maar lachen werkt veel langer.

 

Geluk zit voor mij niet in een leeg huis of een lege inbox.

Niet in een perfect getraind lijf of een vlekkeloze dagplanning.

Geluk zit in de chaos — in de grap tussendoor, de onverwachte knuffel, de training die goed voelde, of het moment dat ik besluit: vandaag is goed genoeg.

Misschien is dát het geheim van een gelukkig leven:

niet minder doen, maar minder zeuren.

Meer leven, meer lachen, en vooral niet te bang zijn om af en toe alles uit je handen te laten vallen —

want soms is dat precies wat je nodig hebt om even op te laden.

 

Dus ja, ik heb een druk leven.

Ik ben moeder, partner, coach, trainster, vriendin, en af en toe gewoon even helemaal niks.

En dat mag.

Want hoe meer ik loslaat dat het allemaal “goed” moet zijn, hoe beter het eigenlijk gaat.

De was blijft.

De chaos blijft.

Maar ik blijf ook.

Sterk, lachend, in beweging —

en vooral: tevreden met wie ik ben, precies zoals ik nu ben en gelukkig!